Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de waterhuishouding

 

Artikel 60
1
Bepalingen in algemene maatregelen van bestuur en verordeningen van provincies, waterschappen, gemeenten en andere openbare lichamen ter zake van het afvoeren, aanvoeren, lozen of onttrekken van water, alsmede ter zake van het vaststellen van peilbesluiten blijven na de inwerkingtreding van deze wet van kracht, totdat daaromtrent op de wijze in deze wet bepaald voorzieningen zijn getroffen en zulks uiterlijk tot drie jaren na de dag van inwerkingtreding van deze bepaling.
2
Een peilbesluit onderscheidenlijk een besluit ter zake van het afvoeren of aanvoeren van water, genomen vóór de inwerkingtreding van de in het eerste lid bedoelde voorzieningen, behoudt zijn geldigheid totdat het is vervangen door een waterakkoord of een peilbesluit op grond van deze wet, behoudens eerdere beëindiging van de werking ervan. Een vóór de inwerkingtreding van de in het eerste lid bedoelde voorzieningen genomen besluit ter zake van het afvoeren of aanvoeren van water, dat is tot stand gekomen op de wijze van de artikelen 18 tot en met 20 van deze wet, wordt beschouwd als een waterakkoord in de zin van deze wet.
3
Een vergunning, vóór de inwerkingtreding van de in het eerste lid bedoelde voorzieningen verleend op grond van enige wettelijke bepaling ter zake van het afvoeren, aanvoeren, lozen of onttrekken van water, wordt, voor zover niet verleend aan een kwantiteitsbeheerder voor het afvoeren of aanvoeren van water, voor de toepassing van deze wet beschouwd als een vergunning verleend op grond van deze wet.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •